Golden Retrievers en SL Teckels
Verantwoord fokken uitleg – waar moet je nou op letten?
Je ziet door de bomen het bos niet meer. Je hoort en leest overal horror verhalen. Maar waar moet je nou op letten? Hoe herken je nou een goede fokker? Nou, dat is inderdaad ook niet zo makkelijk. Daarom deze blog.
Allereerst een uitleg over stambomen. Hoe zit dat en wat is de toegevoegde waarde ervan?
De Raad van Beheer (RvB) geeft voor Nederland de stambomen uit, de FCI stambomen om precies te zijn. Dit zijn de énige erkende officiële stambomen in Europa.
“Ja maar dat is toch maar een papiertje wat je ergens in de kast legt?” Euh, nee!
Om een stamboom bij de pupjes te krijgen, moet de fokker aan een aantal voorwaarden voldoen.
Ten eerste gaat (sinds 2014) een medewerker van de RvB persoonlijk naar het nestje toe en neemt ter plaatse DNA af van ieder pupje afzonderlijk. Gelijktijdig plaatst hij een chip met een uniek nummer bij ieder pupje.
De RvB controleert vervolgens aan de hand van dat DNA of de puppen daadwerkelijk afkomstig zijn van de door de fokker opgegeven ouderdieren. Halleluja! Want daar werd vroeger veel mee gesjoemeld! Zo werd er bijvoorbeeld een andere dekreu opgegeven dan in werkelijkheid het geval was, of er werden (o.a. illegale import-) puppy’s stiekem bij een andere (mooiere/betere) teef gelegd die gelijktijdig een ander nestje had, zodat dat niet op zou vallen.
Zodra de RvB het DNA bewijs heeft van de afstamming, gaat zij controleren of er geen sprake is van incest. Het is nu gelukkig verboden om een moederhond te laten dekken door vader, opa, zoon, kleinzoon, broer, halfbroer. Incest resulteert namelijk in ongezonde nakomelingen. Als hier toch sprake van blijkt, wordt er geen stambomen afgegeven voor de puppen. En dat is alvast de eerste zekerheid die je krijgt als je een pup koopt met stamboom. Check 😉
Maar dat is niet het enige wat de RvB doet. Zij controleert ook op een aantal andere dingen, om de moederhonden te beschermen tegen uitbuiting. Zo mag de moederhond maximaal 5 nestjes krijgen in haar hele leven, met tussen de nestjes een rustperiode van tenminste 12 maanden en er mag zowel vóór als na een bepaalde leeftijd niet meer met haar worden gefokt.
Deze fokregels zijn vastgelegd in het “basis fokreglement” van de RvB.
Ook fijn om te weten dat je als puppykoper niet meewerkt aan uitbuiting van de moederhond toch?
Uiteraard geeft de RvB medewerker ook zijn ogen te kost om te zien of de leefsituatie van zowel de moederhond als de pups in orde is. Zo niet, maakt hij daar direct melding van bij de NVWA.
Conclusie: sinds 2014 is er veel verbeterd en zegt “dat papiertje” van de RvB dus wel degelijk veel. Maar, ben je er dan als puppykoper? Nee, maar het is alvast een goed begin.
Rasvereniging
Hier komt de rasvereniging in beeld. Ieder ras heeft zijn eigen rasvereniging. Voor de Teckels is dat de Nederlandse Teckel Club (NTC) en voor de Goldens zijn er twee: wij zijn lid van de Golden Retriever Vereniging (GRV).
Kort samengevat streeft een rasvereniging ernaar de zogenaamde “rasstandaard”, zijnde uiterlijk en karakter, te behouden èn erfelijke en rasgerelateerde ziektes en -aandoeningen te voorkomen door het hanteren van een door haar opgesteld fokregelement wat toegespitst is het op ras zelf. Ook wel logisch dat deze fokregels dus “strenger” zijn dan die “algemene regels” van de RvB.
Het Vereniging Fokregelement (VFR)
Het VFR eist o.a. dat beide ouderdieren officieel getest worden op gezondheid, passend bij het ras want ieder ras heeft zijn eigen “gezondheidsrisico’s”. Een teckel heeft bijvoorbeeld geen kans op de huidziekte ICHT maar een golden dus wel. Bij een teckel is het niet nodig om röntgenfoto’s te laten maken van heupen en ellebogen maar voor een golden is dat wel heel belangrijk. Denk ook aan een uitgebreid rasgerelateerd DNA-onderzoek. Een rasvereniging monitort het ras aldoor en zal indien nodig het VFR aanpassen teneinde de gezondheid te bewaken/verbeteren. Er mag alléén gefokt worden met de juiste combinatie van geteste en goedgekeurde ouderdieren.
Daarnaast is de rasvereniging in het algemeen ook strenger dan de RvB en mag een moederhond bijvoorbeeld minder nestjes krijgen dan de RvB toelaat en zit er een limiet op het aantal dekkingen dat een reu mag doen.
Conclusie: een fokker die is aangesloten bij de rasvereniging dient te voldoen aan veel strengere regelgeving dan die van de RvB om te mogen fokken.
“Kan een fokker die niet is aangesloten bij een rasvereniging ook fokken volgens het VFR?” Ja, alleen is er dan geen controle op het naleven ervan door de rasvereniging. Vraag dan naar o.a. officiële gezondheidstesten en bewijzen!
EINDCONCLUSIE
Zowel de RvB (Basisfokregelement) als de rasvereniging (Vereninging Fokregelement=VFR) hebben grote invloed op het welzijn en de gezondheid van de dieren.
Het VFR is specifiek gericht op het ras en heeft als doel erfelijke rasgerelateerde ziektes en -aandoeningen te voorkomen en de rasstandaard te behouden. Daarin kan de RvB met haar “algemene” Basisfokregelement natuurlijk niet voorzien. Dus… beter voorkomen dan genezen…
En dan? Zijn we er dan als puppykopers?” Nee, helaas nóg steeds niet.
Niet iedere fokker is hetzelfde. De een werkt met kennels, de ander heeft zijn honden gezellig binnen zitten. De een doet aan “lijnteelt”, de ander wil dat júist niet. De een huurt een reu in voor een dekking, de ander heeft er zelf een (of meerdere). Ook zit er een verschil in de pre-socialisatie van de pups in die eerste minimaal 8 à 9 weken. Iedere fokker doet het op de manier die hij/zij het beste vindt.
Het is aan jou als puppykoper om te kijken met wie je een klik hebt. Ga op je gevoel af en doe vóóraf goed onderzoek, vraag naar referenties, check bijvoorbeeld het facebookaccount, want als je eenmaal een schattig pupje in je handen hebt, ben je verkocht 😉
Wij hopen dat deze samenvatting over wat verantwoord fokken inhoudt je zal helpen om die ene boom uit dat bos te vinden die bij je past.
Automated page speed optimizations for fast site performance